Hoe lang kijk jij al mee over mijn schouder,
ik ben de tel inmiddels kwijtgeraakt,
maar met de jaren word je mij vertrouwder,
hoe vaak heb ik je nu al zachtjes aangeraakt.
Het ene jaar stond je in onze serre,
een ander jaar naast het bureau,
van tijd tot tijd kom ik je plagend tegen,
dan duik je even onder mijn plumeau.
Vandaag was ik je lange haren
heel zacht masserend met een natte doek,
daarna je neus, je ogen en je wangen,
je moest eens weten wat het met me doet.
Vrienden van ons vinden je sprekend lijken
op Godfried Bomans, die tevreden blik,
verlang je nog niet even naar je pijpje
of geniet je van mijn nieuwste limerick?
Je geeft de kamer hoe dan ook jouw charme,
gemoedelijk stilzwijgend achter mij,
het is heel anders dan wat je gewend was,
je tijd in Groningen is al heel lang voorbij.
Daar keek je uit over de winkelpanden,
wellicht vanaf een brede vensterbank
en hield je mevrouw Leopold gezelschap,
hoorde op afstand de Martiniklokkenklank.
Je hoofd begint zowaar te glimmen,
het lijkt of je instemmend naar me knikt,
ach Homme Poort, je brengt me weer tot zinnen,
je laat me schrijven over jou onder jouw blik.
Coby Poelman - Duisterwinkel